In Andalusië kan je niet om flamenco heen. De muziek gedijt er goed. Flamenco is een breed genre dat bestaat uit verschillende complexe stijlen. Als buitenlander heb je een boek, gids, diploma in de muziek of heel veel tijd nodig om er je weg in te vinden. De ritmes kennen veel zijwegen, ze zijn moeilijk en ongewoon. Elk Andalusisch dorp, hoe klein ook, heeft een flamencoschool.
De dentro
Flamencodansers lijken wel twee lichamen te hebben, het bovenste gedeelte doet heel andere dingen dan het onderste. Er zit veel kracht in dat stampende en hakkende voetenwerk op het podium, dat vaak niet groter is dan een houten plank. De mimiek van de danser kent evenveel variaties als de stem van de zanger. Wat alle stijlen, ritmes en interpretaties met elkaar verbindt, is dat flamenco ‘de dentro’ komt, van binnen uit. Dat merkte ik vanaf de eerste seconde dat Paula Moreno begon te vertellen over haar vak als flamencodanseres en lesgeefster.
Ik ontmoette Paula in Capileira, waar ze samen met haar moeder, ‘su primera maestra’, de flamencoschool ‘La Fuente’ (De Bron) runt. De school bevindt zich hoog in de Alpujarras, weg van de drukte van de stad en alles wat ons afleidt van ‘het pure’. Samen organiseren ze er cursussen die minimaal een week duren. Sommige cursisten blijven er zelfs een half jaar, alles kan. De lessen worden gecombineerd met wandelen, schilderen of yoga. Er wordt gefocust op compás (ritme), stijl en choreografie.
Begrijpen wat de danser doet
Voor Paula is het belangrijk dat cursisten begrijpen wat ze als danser doen en waarom. Het is niet voldoende om een stuk choreografie te kennen. Tijdens de initiaties leer je luisteren naar het ritme en bedenk je wat je met dat ritme kan doen. Je wordt aangemoedigd om de technieken die je hebt geleerd toe te passen en de stijlen te herkennen. Je leert ook hoe het ritme van het klappen met de handen, samengaat met het ritme van de dans en de muziek. De prachtige locatie in de bergen maakt de cursus uniek. Bovendien krijgen de cursisten een programma dat afgestemd is op wat ze al kennen en verwerven ze inzicht in de essentie van de dans. Natuurlijk heb je veel tijd nodig om flamenco te beheersen, het is een manier van leven. Maar het absorberen van al die elementen, hoe rudimentair ook, geeft een cursist veel voldoening. Het laat je voelen wat flamenco is en kan zijn.
‘Flamenco is het geheugen van mijn dorp’
Als ik aan Paula vraag wat flamenco voor haar betekent, twijfelt ze niet. Flamenco is het geheugen van haar dorp. De roots van de dans gaan terug tot in de late middeleeuwen. De Andalusische samenleving bracht verschillende religies en culturen samen; christenen, moslims en joden deelden er eenzelfde taal. De katholieke koningen zetten die samenleving stop, wat leidde tot een trauma dat volgens Paula door geschiedschrijvers nog steeds onvoldoende erkend wordt. De bewoners konden kiezen: zich laten dopen, om uiteindelijk nog steeds te worden gezien als een minderwaardig lid van de bevolking, of het land verlaten. ‘Er is geen sprake van een reconquista, maar een conquista’, vertelt ze. Vele morisco’s en joden vertrokken naar Noord-Afrika en Zuid-Amerika. Wie bleef had geen gemakkelijk leven. Velen assimileerden zich gedwongen voor de buitenwereld en koesterden binnenskamers familietradities die het daglicht niet zagen.
Muziek, cultuur en het mysterie van duende
Flamencospelers en -dansers vestigen zich afwisselend in Spanje en Zuid-Amerika, waardoor muzikale mengvormen ontstaan. Ook in Spanje zelf geven provincies of zelfs dorpen een eigen interpretatie aan stijlen. In een aantal delen van Andalusië, Jerez, Cádiz en Córdoba, wordt tijdens de processie van de ‘semana santa’ bijvoorbeeld de saeta gezongen. De saeta is een lied in flamenco-stijl waarmee de zanger vanop een balkon het religieus beeld dat door de straten gedragen wordt, toezingt. Het geeft katholieke rituelen een flamenco-toets.
“Het verwerken van verdriet en trauma zit ook in andere muziekstijlen, zoals blues bijvoorbeeld. Muziek is een vorm van expressie die er op een unieke manier in slaagt uiting te geven aan een gevoel van beleving. Flamenco omvat alle sentimenten en snijdt alle emoties aan,” vertelt Paula. “Andalusië kent ook een grote alegría of lichtheid. Die lichtheid helpt ons om met moeilijke momenten om te gaan, om te overleven en onszelf te beschermen.”
Het mysterieuze ‘duende’ is een vorm van extase die volgens Paula iedereen kan beleven. Het gaat over geraakt worden, jezelf bevrijden, de-connecteren en je energie loslaten. Alle controle valt weg. Ook Granada’s meest gelezen schrijver, Federico García Lorca, bestudeerde en bewonderde de theorie en de esthetiek van duende. Geïntrigeerd door Lorca’s werk, pikte rockdichter Nick Cave die draad op. Hij hekelt de afwezigheid van droefheid in actuele muziek en vraagt zich af of duende te broos is om de hardheid van de technologie (en de muziek die eruit voortvloeit) te overleven.
De essentie van flamenco
“Flamenco dien je met respect en fijngevoeligheid te benaderen, want het is groots. Technologie maakt veel dingen bereikbaar. Alles lijkt altijd voorhanden, maar toegang hebben tot iets, is niet hetzelfde als iets verwerven. Dat is de paradox. Het vraagt toewijding om de essentie van flamenco te vatten.” Respect voor ouderen en hun wijsheid, is voor Paula een evidentie. In de flamenco is het een bijna natuurlijk gegeven dat de maestro ouder is. “Ouderen hebben geleefd, beleefd en gezien. Ze houden herinneringen levendig. Dat is bijzonder waardevol en onvervangbaar.”
Paula werkt momenteel aan een project waarin ze de verhalen van ouderen uit haar dorp verwerkt in een spektakel. Het wordt een eerbetoon, een nagedachtenis aan haar dorp, zijn bewoners en zijn geschiedenis.