Kostuums maken dromen waar

Ik zak weg in het zachte fluweel van mijn theaterzitje en geniet van dansende jurken die licht als spoken over het podium zweven. In alles zit beweging. Het totaalspektakel doet me vergeten wat me anders nochtans wel bezighoudt: van waar komen die kleren?

Elena Werner neemt me mee achter de schermen van haar atelier en vertelt over het tactiele vak van de kostuumontwerper.

Elk ontwerpproces is anders

Elena: ‘Elk proces is anders. Tijd, budget, grootte van de productie; het speelt allemaal een rol. Voor de opvoering waar ik nu aan werk, contacteerde de dramaturg me. Het is een klein theaterhuis en ze verdelen onderling de taken. Ik werd onlangs aangenomen als hun vaste kostuumontwerper en daar ben ik superblij mee. Het stuk speelt zich af in Latijns-Amerika en ze vinden het boeiend dat ik zelf in Argentinië ben opgegroeid. Ze kochten al tweedehandskleren die ik nu ga pimpen. Voor de belangrijkste personages ontwerp ik zelf de outfit volledig. Het budget is beperkt. Ze werken met schilderijen van de kunstenaar Siva waarop ik me moet baseren voor de ontwerpen. Ik ben vrij, maar er zijn zoals altijd grenzen. Het is trendy om je proces in snelle media te tonen, maar ik haal veel voldoening uit het experimenteren achter de schermen. Ik wil mijn werk pas laten zien op het moment dat het echt waardevol is voor het einddoel. Bovendien moet de première kunnen verrassen. Wat de toeschouwer ziet, is een kleine spits van de berg die je als ontwerper verzet.

Voor een grote productie werk ik soms met wel zes naaisters. Vaak worden stukken zoals fijne borduursels met de hand genaaid. Voor opera, dat een heel ander traject volgt, beginnen de voorbereidingen een jaar op voorhand. De opdracht bestaat dan vooral uit de ontwerpschetsen waarmee ze zelf aan de slag gaan. Dat begint met het uittekenen van de patronen. Het is dan aan de chef van het atelier om mijn dromen waar te maken. Die moet mijn verlangens respecteren en mijn tekeningen goed interpreteren. Ik heb dan niet de volledige controle over de uitvoering maar ik doe wel check-ups om te zien of de stoffen goed gekozen zijn, de kostuums geknipt worden zoals ik wou en of de tekeningen gerespecteerd werden.’

Elkaar begrijpen is cruciaal

Elena: ‘Een kostuumontwerper werkt niet alleen. Voor Così fan tutte van de Nederlandse Reisopera bijvoorbeeld spraken we elke week af in Amsterdam met een team van drie: de regisseur, de decorontwerper en ik. Soms nam ook de lichtontwerper deel. De muziek ligt vast en sluit pas later aan. Iedereen heeft inspraak. Je moet inzicht krijgen in de weg die de regisseur wil bewandelen. Het is cruciaal dat we elkaar goed begrijpen en dat is niet altijd gemakkelijk. Als ik een bepaalde affiniteit wil creëren met het decor, moet ik heel goed de decorontwerper aanvoelen en begrijpen waar het allemaal naartoe gaat. De decorontwerper is doorgaans op zoek naar iets vernieuwends, dat moet matchen met mijn ideeën. We werken intens samen met verschillende creatieve geesten. Ondertussen dompel ik mij volledig onder in de muziek. Je bouwt laagje per laagje op tot de repetities beginnen, dan ben je zelf al maanden bezig en kan de regisseur toch nog nieuwe keuzes maken. Dat is best stresserend maar voor mij is het hele ontwerpproces een prachtig mechanisme, het is mijn motor.

Diep graven in het archief van alles wat je kent

Gisteren hebben we met het theatergezelschap gewerkt op een kleine choreografie van twee minuten. Het stuk gaat over slavernij en de acteurs dragen een zwarte maillot met een oranje hoofddeksel, een soort tulband, dat het beeld van de Caraïben wil oproepen. Het is voor iedereen eenzelfde lap stof en afhankelijk van de persoonlijkheid en het uiterlijk wordt de tulband anders geknoopt. De muziekontwerper had deze keer zijn soundtrack mee. Dat roept een heel andere emotie op dan een repetitie zonder hoofddeksel en zonder muziek. Op het einde van het stuk gooien de spelers de tulband open en vormen al die lappen stof samen een spandoek. Dat hebben we gisteren bedacht. Op dat moment raak je aan het decor en ook de belichting moet ermee aan de slag. Je stemt voortdurend op elkaar af. Je wil begrijpen waarom precies voor die bepaalde Afrikaanse muziek gekozen wordt. Je moet veel kennis hebben en diep graven in het archief van alles wat je kent.

Natuurlijk moet je ook rekening houden met het figuur van de spelers. Ik maakte ooit een tekening voor een slanke sopraan, maar toen ik de foto’s van de zangeres kreeg bleek ze niet zo slank te zijn. Het is leuk om een babbel te hebben met de acteurs. Eén van de meisjes uit het theaterstuk heeft een mannenrol, de landeigenaar. Ze probeerde in die rol de stap van een man te imiteren maar dat kwam niet natuurlijk over. Toen ze gisteren het repetitielokaal binnenstapte met zware trendy bottines, maakte ze wel die mannelijke indruk, de manier waarop ze stapte was geknipt voor haar rol. Schoenen bepalen je houding, zeker op het podium. Een cape, een mantel, een parasol, een wandelstok; je lichaam gaat automatisch een andere houding aannemen. Een rok en een sigaret in je handen roepen iets op: een associatie, een emotie. Het zijn kleine dingen die de acteur helpen om de essentie van een personage te bereiken.’

Is design universeel?

Elena: ‘Ik denk dat design op dit moment redelijk universeel is. Vorige maand vroeg een student in Buenos Aires mij of ik een verschil zie in design tussen België en Argentinië. In Europa gaat meer aandacht naar het detail, naar de afwerking. In Argentinië is puur utilitair design voor gebruiksvoorwerpen veel minder aanwezig. Het bestaat wel, maar het is minder toegankelijk. Dat kan te maken hebben met budget, maar ik weet niet goed wat de reden precies is, ik zou mij er graag verder in verdiepen. Wat bepaalt je feeling voor esthetiek? Is het opvoeding, status, gevoeligheid of interesse?

Esperanza, de stad waar ik geboren ben, ligt 600 km ten noorden van Buenos Aires. Veel van mijn leeftijdsgenoten zijn er nooit geweest. Natuurlijk maakt het internet veel mogelijk, maar de sfeer opsnuiven in een designwinkel, stoffen voelen, … die zintuiglijke beleving krijg je niet mee via de laptop. Je kan Buenos Aires vergelijken met Parijs of Brussel. Ik heb het geluk gehad er te kunnen studeren en koos voor een campus met veel docenten die een opleiding in Europa hebben gevolgd. Ik vond dat ze een heel open geest hadden. Mijn vader heeft Duitse roots, dat oriënteert je blik. Ik was al van kinds af aan gefascineerd door design en wist al snel dat ik naar Europa wilde komen.‘

Muziek zet de toon

Elena: ‘Ik kan echt van theater genieten, maar niet op dezelfde manier als van opera of dans. Tekst alleen boeit me niet, dat komt misschien omdat ik een muzikale achtergrond heb. Als ik voor een opera ontwerp, luister ik in de eerste plaats naar de muziek. Tekst evolueert, verandert, maar de muziek blijft. Dans is een andere wereld, de codes verschillen. Dansers hebben een andere manier om vormgeving te benaderen. Ze vertrekken altijd van de muziek, van geluiden, dat kan ook de stilte zijn. Soms wordt tekst aan muziek toegevoegd, maar dat is nooit het vertrekpunt. In dans bepaalt muziek de beweging.

Film en opera kunnen al die podiumkunsten overkoepelen. Sommige films zijn bijna opera’s. Ze zitten zo goed in elkaar. Ik bewonder het enorm als alle elementen kloppen.

Ronny Lauwers van Opera Vlaanderen moedigde mij aan altijd eerst naar de muziek te luisteren. De eerste lijnen van mijn schetsen komen voort uit de muziek, niet uit de tekst. Natuurlijk lees ik de tekst, ik moet alle scènes kennen en weten waar een change zit of wie wanneer op het podium staat. Als je naar de opera gaat, kan je aandacht soms wat wegzakken, je volgt de tekst niet meer helemaal, maar je blijft wel de muziek opnemen. Tenminste zo werkt het voor mij toch. Opera, hoewel een totaalsensatie, gaat in eerste instantie via het oor. Het is de muziek die in mijn ontwerpen de toon zet.’

Elena geeft sinds jaren les als kostuumontwerper. Ze richtte onlangs samen met een collega ‘Dresscode’ op, een huis voor opleidingen in mode en theaterkostuum. Ze houdt van lesgeven, leert er veel uit en wil de ervaring die ze heeft opgebouwd graag delen. Samen willen ze internationale gastsprekers aantrekken voor lezingen en een masterclass opzetten.